Om een geslaagd kopje koffie te maken, dien je rekening te houden met de onderstaande factoren.

 

Water en kalk

De kwaliteit van het gebruikte water is essentieel voor de smaak van de koffie. Kalkrijk water geeft een harde en bittere koffie. Mineraalwater met een laag calciumgehalte of kraantjeswater dat behandeld is met een waterverzachter zijn dus aanbevolen. Een andere gouden stelregel luidt dat het water net niet mag koken (tussen 92 en 95C°).

Het Malongo water (foto hiernaast) wordt gewonnen in de Pyreneeën en heeft unieke eigenschappen. Dankzij zijn lichte aciditeit is dit het ideale water voor koffie. Het laat de oorspronkelijke aroma’s van de koffie volledig tot ontwikkeling komen en is bovendien goed voor uw koffiezetapparaat door het uiterst lage kalkgehalte.

Maalsel en dosering

Fijn, middelgrof of grof poeder, het hangt allemaal af van de manier van koffiezetten. Het fijnste maalsel is dat van de Turkse koffie. Daarna komt het poeder voor espresso, dat ook vrij fijn is. De andere filterprocédés maken gebruik van ongeveer hetzelfde soort maalsel. Op de verpakking staat meestal de fijnheid van het maalsel vermeld.
Voor filterkoffie is 10 gram koffiepoeder per kop de maatstaf, wat overeenstemt met een volle soeplepel. Bij espresso moet een dosis van 7 gram per kop worden gebruikt. Dat is ook de dosering van de 1,2,3 Spresso pads.

 

Kopje en suiker

De koffiekop heeft bij voorkeur een tulpvorm, is vervaardigd van porselein en heeft een dikke koprand. Wie suiker neemt, raden we witte poedersuiker aan.